Het toerisme in Sri Lanka speelt zich voornamelijk in het zuiden en westen van het eiland af. Door de burgeroorlog die zich in het noorden en oosten van het eiland afspeelde, blijft dit gebied moeilijk begaanbaar voor toeristen. Het conflict tussen de regering en de Tamil-Tijgers lijkt oneindig en daardoor blijft het noorden en oosten van het land moeilijk begaanbaar en kan het er onveilig zijn. Laat je hierdoor niet afschrikken: Het zuiden en westen van het eiland heeft voldoende te bieden voor een mooie vakantie vol natuur en cultuur.
Zon, zee en strand maken Sri Lanka een ideale plek voor een strandvakantie. Veel toeristen boeken een pakketreis naar Sri Lanka en verblijven in één van de velen all-inclusive resorts aan de kust. Maar voor diegene die verder wil kijken, zijn er volop mogelijkheden om er op uit te trekken en het eiland te verkennen.
De compactheid van het eiland, tezamen met de relatief goede infrastructuur, leent zich bij uitstek voor excursies van één of meerdere dagen. De oude hoofdsteden alsmede de nationale parken zijn zeker de moeite waard, al moet gezegd worden dat de kans om grote wilde dieren te zien klein is in vergelijking met bestemmingen in Afrika. Afgezien van olifanten moet men het in Sri Lanka doen met talloze vogels, reptielen en apen, hoewel er zeker ook roofdieren leven. Er zijn mensen die beweren dat er nog tijgers in het wild voorkomen.
De lange autoreis naar Horton Plains gaat via een route door onmetelijke theeplantages, die op de hellingen van The Hill Country zijn aangelegd Het park beslaat 3160 hectare en daarvan is 2000 hectare grasvlakte en 1160 hectare bos. En wát voor bos? Alles dampt en druipt er!
Wie meer van Sri Lanka wil zien, boekt een rondreis, met een groep of individueel. Deze rondreis is vanuit Nederland te boeken, maar natuurlijk ook ter plaatse. Vaak is alles inbegrepen: de vlucht, vervoer met chauffeur, luxe accommodaties, maaltijden en excursies. Dergelijke rondreizen laten echter maar zeer beperkt ruimte voor eigen invulling, en men leert zo een land kennen dat door de toeristische industrie gecreëerd is. De toeristen komen alleen in aanraking met de lokale bevolking door bijvoorbeeld een optreden van een dansgroep in het hotel: echt kennismaken met de bevolking is er hierdoor niet bij.
Het laatste is hoe dan ook een onderneming door een taalbarrière. Onverwacht weinig mensen spreken Engels, en Sinhala is ook niet zomaar even geleerd. De taal is een mengeling van Engels, Portugees, Nederlands en Indisch, maar het schrift is net zo mooi als dat het moeilijk is: 46 tekens voor evenzoveel klanken plus toevoegsels om die klanken te veranderen.
Onderweg van de ene naar de andere bestemming wordt regelmatig halt gehouden bij werkplaatsen en dergelijke, waar rondleidingen worden gegeven en waar uiteraard de mogelijkheid wordt geboden het geproduceerde aan te schaffen. Het is allemaal spotgoedkoop, een extra koffer voor de souvenirs is geen overbodige luxe. Lage prijzen zijn echter schijn, speciaal voor u zijn ze reeds verdubbeld of vertienvoudigd. Twee euro voor een bezoek aan een dierentuin is voor ons heel goedkoop, maar de lokale bevolking betaalt nog veel minder: een paar cent. Dit mechanisme van prijsdiscriminatie komt op heel veel bestemmingen voor. Het is goed dat dit mechanisme bestaat, gezien de lokale bevolking zoveel minder verdiend als wij in het westen verdienen. En zo blijven natuurgebieden en cultureel-historisch erfgoed toegankelijk voor de bewoners van het gebied. In de dierentuin komt het bedrag dat wij meer betalen grotendeels ten goede aan de dieren.
Naast de strandganger is er dus ook voor de ware avonturier een hoop te beleven in Sri Lanka. Als je het echte Sri Lanka wilt beleven, boek je een vlucht met één nacht hotel. Al zult u ’s avonds niet altijd zijn, waar u ’s morgens naartoe wilde, u hebt gegarandeerd elke keer de dag van uw leven beleefd.
Openbaar vervoer is geen enkel probleem. Waar de trein beschikbaar is, is deze zeker aan te raden. De prijzen zijn zo laag, dat ze niet eens vermeldenswaard zijn. De sporen liggen weliswaar niet zo strak als wij in Europa gewend zijn, maar voldoende veilig en het Russische materieel is best comfortabel. Logisch dat je geen afval uit de trein moet gooien: temeer dat huizen vaak vlak naast het spoor staan en de was toch ergens moet drogen. Nog goedkoper zijn de bussen. Er zijn lijndiensten van het staatsbedrijf naast de iets comfortabelere busjes van privé-ondernemingen, maar voor beide geldt: vol is rijden, en dat dan zo hard mogelijk. Voor de kortere afstanden zijn altijd tuctuc’s beschikbaar. Er kunnen maximaal drie volwassenen in mee, maar dan is er geen plaats meer voor bagage. Net als bij de taxi’s is het wel verstandig om vooraf een prijs voor de rit af te spreken: anders wordt er achteraf veel te veel gevraagd.
Wie toch liever iets meer zekerheid heeft, huurt een auto met chauffeur. Het is net zo duur als zelf rijden en zo heb je in alle gevallen iemand die de weg kent, de gebruiken kent, vrijblijvend in veel gevallen raad geeft en indien nodig vertaalt. Ook heel belangrijk is dat de chauffeur vaak heel veel kan vertellen over het land, de bevolking en de te bezoeken excursies. Zo heb je een gids en chauffeur in één. Een auto met chauffeur kan voor meerdere dagen gehuurd worden. Uiteraard ben je dan wel verantwoordelijk voor zijn maaltijden en onderdak. Soms is dit al in de prijs inbegrepen.
Olifanten
De levensverwachting in Sri Lanka ligt relatief hoog, de kindersterfte relatief laag. Anders dan in de westerse wereld blijft de gezinsgrootte in Sri Lanka hoog, met als gevolg dat de bevolking sterk groeit. Als de Sri-Lankanen geen sterke band hadden gehad met olifanten, had er momenteel waarschijnlijk geen olifant meer in het wild geleefd op het eiland. Maar gelukkig is de relatie met de olifanten heel sterk en zetten de Sri-Lankanen zich in om hun leefgebied te beschermen. Weliswaar wordt hun leefgebied sterk bedreigd door de oprukkende urbanisatie. Enkele gebieden zijn gereserveerd als nationaal park waarin al het wild wordt beschermd, maar wilde olifanten kan men vrijwel overal op het eiland tegenkomen, uiteraard met uitzondering van de steden. In het donker doen zij zich tegoed aan de bomen vlak langs de wegen.
Een olifantenbegeleider (een mahout) met zijn olifant op de weg is geen zeldzame verschijning op Sri Lanka: die zijn onderweg naar een klus op het land of in een bos. Olifanten houden van water: een mahout die met een halve kokosnoot zijn olifant staat te schrobben in een rivier of kanaal is al na een paar dagen niet echt opmerkelijk meer om te zien. Dezelfde olifanten worden ingezet voor toeristische tochten door de jungle.
In Pinawela worden olifanten opgevangen die verwond of verweesd zijn door een ongeluk. Deze olifanten kunnen nooit meer terug naar het wild, zouden economisch gezien afgemaakt moeten worden. Een bezoek aan Pinawela is echter niet vergelijkbaar aan een bezoek aan olifanten in een dierentuin in Europa. Dit is echt een opvangtehuis voor olifanten waar het toerisme zorgt voor de inkomsten. Het is erg bijzonder om de olifanten te zien genieten van hun dagelijkse bad in de rivier.
Het is verleidelijk te denken dat in een land waar olifanten en mensen zo dicht bij elkaar leven, olifanten gewend zullen zijn aan mensen. Echter, in conflictsituaties hebben olifanten tot nog toe meestal het onderspit gedolven en naar bekend vergeten ze niet snel. Benader daarom nooit zomaar een olifant, alleen op uitnodiging van zijn begeleider. Is er geen begeleider, dan betreft het naar alle waarschijnlijkheid een wilde olifant en is het verstandig je langzaam maar zeker uit de voeten te maken.
Maar ook de Luipaard en Arend zijn terug te vinden in Sri Lanka, maar dan voornamelijk in Yala safaripark